1. MOSKOU 1962
De man “met een wolkje uit zijn oor” die mijn moeder door de lens van haar camera aankijkt ten zuiden van het Rode Plein op de foto hierboven, Moskou 1962, is mijn vader, Dimitri Frenkel Frank Sr. Ze leerden elkaar in 1959 kennen op de set van Makkers staakt uw wild geraas, de film waar Fons Rademakers in 1960 de Zilveren Beer mee won op het Festival van Berlijn. Het was mijn moeders tweede klus als stillfotografe, na Fanfare van Bert Haanstra, terwijl mijn vader zichzelf speelde, een hoofdstedelijke intellectueel te gast op sinterklaasavond ten huize van het echtpaar waar de film om draait, gespeeld door Yoka Beretty en Guus Oster. Het was liefde (of hitsigheid, dat kan ook) op het eerste gezicht. Niet veel later verliet mijn vader zijn eerste vrouw en drie kinderen om bij mijn moeder in te trekken op Amstel 22, het appartement dat zij van Krys Taconis had overgenomen (inclusief donkere kamer), nadat die naar Canada was geëmigreerd. Zij was zelf net van haar eerste (en de enige echt wettelijke) echtgenoot Rob Mol gescheiden, die nog tot zijn dood in het begin van deze eeuw als een soort verre oom in ons leven zou fungeren, maar met wie zij twee jaar daarvoor eigenlijk vooral getrouwd was als excuus om zo snel mogelijk het ouderlijk huis te kunnen verlaten.
Hoe dan ook, de acht jaren die Dimitri Sr en Jutka samenwoonden waren vruchtbare jaren voor haar. Niet dat zij zelf niet al flink aan de weg had getimmerd als fotografe, maar Dimitri werkte voor theater en televisie en schreef reportages voor tijdschriften en kranten, en samen vormden ze een productief duo. Zo maakten ze vele kortere en enkele verdere reizen, onder andere naar Moskou, waarschijnlijk in opdracht van een reisbureau. Mijn vaders artikel heb ik nog in manuscriptvorm, met een lijst met onderschriften van de foto’s die erbij hoorden, maar de uiteindelijke publicatie heb ik tot nog toe niet kunnen traceren. Het onderschrijft bij deze foto luidde, volgens de kopij: “De Moskovieten zijn stevige doorlopers, met snelle pas begeven ze zich doelbewust naar hun bezigheden. Van Tjechoviaanse romantiek en traagheid is niets meer te merken.” Onvermeld – vanzelfsprekend, want het zou slechts afbreuk doen aan de geldigheid van deze uitspraak – blijft mijn vaders eigen rol als figurant temidden van al die authentieke Moskovieten.
Mijn moeder – net als ik – schaarde de foto onder haar favorieten, zo blijkt uit het bijschrift hieronder, uit een postuum Festschift voor Joop Swart, bedenker en eerste hoofdredacteur van maandblad Avenue en een van de drijvende krachten achter de World Press Photo Foundation, naar wie de prestigieuze masterclass die de stichting jaarlijks in september organiseert dan ook genoemd is.